Gratis lesideeën, inspiratie en downloads voor kleuters vind je op Jufanke.nl

Juf Anke, leerkracht van een kleutergroep en eigenaar van Jufanke.nl
Over Juf Anke

Leuk dat je mijn site bezoekt! Ik ben Anke van Boxmeer, leerkracht op basisschool Roald Dahl in Sint-Michielsgestel. Sinds 2005 deel ik lesmateriaal op jufanke.nl. Ik wil hiermee inspireren en enthousiasmeren. Daarnaast ben ik werkzaam als (educatief) auteur voor Kleuteruniversiteit, verschillende vakbladen en uitgeverijen. Ook schreef ik mee aan twee boeken: Hallo allemaal! en Spelen met prentenboeken.
Foto: Merel van Dooren

Mijn projecten geschreven voor Kleuteruniversiteit vind je hier

  • Spel! theorie & boekentips
  • Bewegingsspelen
  • Bewegen op muziek
  • Spel met de parachute
  • Buitenspel


Spel en beweging

Op deze pagina vind je alles over spel, bewegen, bewegingsonderwijs en buitenspel. Kijk bij de submenu's hierboven waar je naar op zoek bent. Ideeën voor de gym- of spelles vind je onder 'bewegingsspelen'.

buiten-spelen-kleuters

Spelen!

Iedereen speelt. Je speelt met een gedachte in je hoofd, je doet aan sport of speelt een gezelschapsspelletje. In het spel kun je fantaseren, uitproberen, alles om je heen vergeten, 'doen alsof', even gek doen en je uitleven. Spelen geeft je een gevoel van vrijheid.

Kinderen spelen overal. In Nederland, in België, in Ghana en Brazilië. Spel en spelen zijn universeel. Spelen is noodzakelijk voor jonge kinderen, het is de motor van ontwikkeling. Als kinderen spelen zijn ze 'totaal bezig' (holistisch). Het kind integreert al zijn mogelijkheden op het vlak van taal, bewegen, denken, sociale vaardigheden en eigen houding ten opzichte van dingen of gebeurtenissen. Hij zet al die capaciteiten samen in en vindt nieuwe combinaties of variaties op gedrag. Spel draagt bij tot ontwikkeling.

In de tijd waarin we nu leven horen we steeds vaker hoe belangrijk spelen is. Kinderen zitten meer en meer achter beeldschermen, komen minder buiten en hebben een druk weekprogramma. Spelen ze nog wel? Juist het spelen bereidt ze voor op de toekomst. Spelen laat waarden ervaren zoals vrijheid en saamhorigheid, het stimuleert tot creatief oplossingsgericht bezig zijn, tot communiceren, afspraken maken, elkaar helpen, kiezen, je flexibel opstellen en zoveel meer. Lees je hier de 21st century skills? Ja! Gelukkig wordt de focus, die lang op cognitieve vaardigheden en presteren lag, langzaam weer op spelen gelegd.

Als kleuters spelen en bewegen, zijn ze daar als totale persoon bij betrokken. De kinderen handelen, voelen, denken en willen tegelijkertijd. Kleuters hebben volop momenten waarop ze 'vrij' spelen. Hun spel ontstaat uit eigen beweging. Maar, kleuters ontwikkelen zich niet zomaar. Als leerkracht kun jij bijdragen aan hun totale ontwikkeling door een rijke leeromgeving te creëren. Een omgeving waarin volop kansen tot spel liggen en waarin het spel geobserveerd wordt, zodat het uitgebreid kan worden en uitdagend blijft of begeleid kan worden, zodat elk kind er het maximale uit kan halen. Een goede afwisseling tussen vrij spelen, begeleid spelen en een speels aanbod is belangrijk. Dit wordt playful learning genoemd.

Bewegingsactiviteiten

Kleuters bewegen de hele dag! Het is ook niet voor niets dat er in kleutergroepen zoveel ruimte is voor buitenspel en spel in de speelzaal. Door (bewegings)spel ontwikkelen de kinderen zich. Via bewegingsactiviteiten wordt het totale kind aangesproken met als doel de ontwikkeling op gang te brengen.
Een goede bewegingsactiviteit lokt bij de kinderen bewegingsgedrag en interacties met andere kinderen, het materiaal en/of de ruimte uit. Introduceer de activiteit op een aantrekkelijke manier, zodat de kinderen gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan. Een fantasieverhaal waarbij een beroep gedaan wordt op het voorstellingsvermogen doet het goed. Kinderen vinden het makkelijker om een slang te zijn en over de grond te kronkelen dan de opdracht te krijgen: ga liggen en kronkel over de grond. Observeer de uitvoering van de activiteit, geef feedback en voeg zo nodig een uitdaging of extra spelelement toe.
Met het aanbieden van goede bewegingsactiviteiten kun je veel bereiken. Bewegingsactiviteiten bieden volop ontwikkelingskansen en de kinderen ontwikkelen nieuwe vaardigheden.

Doelen bewegingsonderwijs

De kerndoelen voor bewegingsonderwijs zijn 'deelnamebekwaamheid (doel 57) en 'samen met anderen deelnemen' (doel 58). De SLO concretiseert het doel 'deelnamebekwaamheid' in twaalf leerlijnen:

Bewegingsvormen
balanceren, springen, klimmen, schommelen, duikelen, springen, jongleren, hardlopen

Spelvormen
tikspelen, doelspelen, stoeispelen

Bewegen op muziek

Ontwikkelingskansen van bewegingsspelen

In bewegingsspelen zitten talloze ontwikkelingskansen. Denk maar eens aan het motorisch vaardiger worden, samenwerken en -spelen, afspraken maken en nakomen, je lichaam aanvoelen en controleren, zelfvertrouwen krijgen en conditie opbouwen. In Speelkriebels voor kleuters (Veerle Florquin en Els Bertrands, Acco) worden de ontwikkelingskansen van bewegingsspelen in zes domeinen gerubriceerd:

1. Lichaam in beweging aanvoelen en organiseren
2. Beweging afstemmen op ruimte
3. Beweging afstemmen op tijd
4. Fysieke fitheid ontwikkelen
5. Positief zelfbeeld opbouwen en sociale vaardigheden ontwikkelen
6. Zintuiglijke ontwikkeling

Bron: Speelkriebels voor kleuters

Interessante boeken

De volgende boeken gaan over bewegen, spel, buitenspel of bewegingsonderwijs. Ze zijn een aanwinst voor je onderwijs.

Spelend de buitenwereld ontdekken
Review: Natuurlijk, buiten rekenen! - Rekenactiviteiten voor jonge kinderen

Kinderen ontdekken de wereld spelend. Zonder dat ze het in de gaten hebben leren ze de hele dag: ze tellen, meten, vergelijken, rijmen, zien letters, vertellen verhalen en nog zoveel meer. Als leerkracht gaan we op zoek naar betekenisvolle activiteiten. We bieden de kinderen van alles aan om ze iets te leren. Meestal binnen, in de kring of tijdens het spelen in de hoeken en het werken met materialen aan tafel. Maar wat als alles er al ís? Als je het niet meer zelf hoeft te verzinnen? Je moet het alleen nog ontdekken.


In Natuurlijk, buiten rekenen! trekt de auteur, Juliet Robertson, eropuit. Naar buiten! is haar motto. Daar valt zoveel te ontdekken, daar is zoveel te beleven én te leren. Als je goed luistert en kijkt ligt je lesmateriaal voor je voeten. Juliet Robertson gaat uit van het natuurlijke leergedrag van jonge kinderen. Ze leren door te spelen. Ze zijn verwonderd over de natuur, doen ontdekkingen en leggen verzamelingen aan. Ze klimmen in bomen en graven kuilen in de zandbak. Spelenderwijs komen allerlei rekenkundige concepten voorbij. We zijn als leerkracht geneigd steeds de interactie met de kinderen op te zoeken en hun leerproces te versterken door het gesprek aan te gaan. Het is beter om daarmee te stoppen. Leun achterover, observeer wat de kinderen doen en denk na over het rekenen dat je ziet.

Het boek start met achtergrondinformatie over de rekenontwikkeling van het jonge kind en antwoorden op praktische vragen die je kunt hebben voordat je met het buiten rekenen aan de slag gaat. De verschillende rekengebieden komen voorbij met theoretische informatie waarna héél veel praktische tips volgen. Dit zijn leuke spellen en activiteiten die je vaak zonder enige of met weinig voorbereiding kunt doen. Het is fijn dat het boek je rekenkennis nog eens opfrist en tijdens het lezen van de theorie en de praktische tips krijg je vanzelf nieuwe ideeën. Ik zie onze buitenruimte al voor me, met een cijferboom in de binnentuin, een kledinghangerweegschaal, eierdozen voor de verzamelaars, touwen in verschillende lengtes en meetstokken van een meter lang.

Van Natuurlijk, buiten rekenen! word ik blij. Dit boek gaat uit van het kind. Het volgt het kind en sluit aan. Als leerkracht observeer je wat er gebeurt met een rekenbril. Vervolgens sluit je aan op dat wat leeft bij de kinderen en je breidt uit. Dit alles gebeurt buiten, in een natuurlijke omgeving met natuurlijk materiaal, dat gewoon voorhanden is. En wat kun je daar ontzettend veel mee, weet ik na het lezen van dit boek. Dan moet je natuurlijk wel een speelplaats hebben die wat meer biedt dan alleen stoeptegels, of een bos(je), park of grasveld in de buurt. Maar ook wandelingen door het dorp of de wijk worden na het lezen van dit boek heuse ontdekkingstochten vol rekenkansen.

Met de activiteiten uit dit boek speel én reken je de hele dag, het hele jaar door. Want ook als het slecht weer is, kun je naar buiten en juist dan doe je nieuwe ontdekkingen. Voor mij voelt dit heel natuurlijk. In de natuur, daar horen we te zijn en spelen, dat is wat het jonge kind hoort te doen. Natuurlijk gaan we buiten rekenen!

Natuurlijk, buiten rekenen!
Rekenactiviteiten voor jonge kinderen
Juliet Robertson, bewerking o.l.v. Liesbeth van Waas
Bazalt Educatieve Uitgaven
--> Bekijk het boek

Speelkriebels voor kleuters

Speelkriebels voor kleuters is een hartstikke handig boek voor het aanbieden van bewegingsspelen, die in dit boek 'speelkriebels' worden genoemd. Het boek bevat twee delen, een uitgebreid theoretisch deel en een praktisch deel met spelen.

Het theoretisch deel
Dit deel gaat in op de ontwikkelingskansen die 'bewegingsopvoeding' biedt. De doelen voor bewegingsonderwijs in het Nederlandse en Vlaamse onderwijs zijn beschreven, je krijgt uitleg over de motorische ontwikkeling en de ontwikkelingskansen worden uitgebreid beschreven. Bij elke ontwikkelingskans wordt uitgelegd wat dit betekent, hoe deze ontwikkeling bij jonge kinderen verloopt en wat je kunt doen in de praktijk. Dit wordt in een handig schema weergegeven. Hoe kun je de jongste kleuters begeleiden en hoe de oudsten? Wat doe je met kinderen die hier moeite mee hebben en wat doe je met kinderen die extra uitdaging willen? Zo vind je een schema voor richting kiezen, snelheid en uithouding, de ontwikkeling van plaats lokaliseren, de zintuiglijke ontwikkeling en nog veel meer.
Hierna wordt ingegaan op 'spel'. Wat is spel? Hoe ziet spel eruit en hoe begeleid je spel? Er wordt onderscheid gemaakt tussen vrij spel en spel met regels. Je leest hier wat de invloed van de leerkracht kan zijn en hoe je de kinderen optimaal kunt begeleiden in het spel.
Het laatste hoofdstuk werkt naar het praktische deel toe. Het beschrijft hoe je een bewegingsspel kiest, inplant, aanbiedt en begeleidt.

Het theoretische deel, geschreven door Els Bertrands, is zeer compleet en uitgebreid. Een fijne toevoeging en goede achtergrond bij de spelen die later in het boek beschreven worden.

Het praktische deel
In het praktische deel volgen bewegingsspelen. Dit deel is de reden dat ik zo benieuwd was naar dit boek. Wij werken al jaren met de map Bewegingsonderwijs in het speellokaal. In een schooljaar werken we de map wel drie keer door en we verzinnen volop variaties op de spelen die genoemd worden, maar we willen ook wel een wat anders. Hopelijk geeft Speelkriebels voor kleuters inspiratie en een variatie op ons huidige aanbod.

In de bewegingsspelen zit een duidelijke opbouw. Je ziet meteen dat er niet zomaar wat spelen bedacht zijn, maar spelen die de kleuter laten ontwikkelen. Per ontwikkelingskans (zie het theoretisch stuk eerder op deze pagina) worden er volop spelen beschreven. Dit start met 'het lichaam in beweging aanvoelen en organiseren', wordt gevolgd door 'beweging afstemmen op de ruimte' en zo verder.

De spelen worden heel duidelijk beschreven met doelen, benodigdheden, eventueel een boeken- of muziektip, variaties op het spel en een plattegrond voor de opstelling. De suggesties zijn leuk geïllustreerd met een grappige tekening die bij het spel past.
Wat zijn de spelen ontzettend leuk, origineel en wat zijn het er veel! Ik kom tijd te kort om alles door te lezen. Dat wordt volgend schooljaar kiezen. Welke ontwikkelingskans wil ik bieden en welk spel past daarbij? Veel spellen passen perfect bij een thema, maar zijn natuurlijk altijd om te buigen naar je eigen thema (met enige fantasie). Juist het beschrijven van de spelen binnen thema's maakt dat je ze meteen voor je ziet en dat je er enthousiast van wordt: 'dit is leuk, dat wil ik doen!' Enkele spelen beschrijf ik hier, zodat ook jij enthousiast wordt!

Kijk en zoek je evenwicht
In de speelzaal hangen afbeeldingen van kinderen in een bepaalde houding (deze afbeeldingen zitten in het boek). De kinderen bewegen op muziek door de ruimte. Als de muziek stopt, zoeken ze een mat op. Bij elke mat hangt een plaat met een beweging tegen de muur. De kinderen kijken naar de beweging en nemen deze houding drie tellen aan. De muziek start en de kinderen dansen verder.

Slurfkijkertje
Op de grond staat een kronkellijn. De kinderen doen een shirt met lange mouw op hun hoofd en kijken door de mouw naar de lijn. Ze lopen langs de lijn met de voeten aan weeszijden, lopen op de lijn of stappen over hindernissen langs de lijn.

Spinnenweb
De kinderen kruipen als vliegen onder een wirwar van draden door die tussen bijvoorbeeld een wandrek en bank gespannen zijn. Ze mogen de draden niet aanraken! Als dit gebeurt, komt de spin en deze eet de vliegt op. De vlieg moet opnieuw beginnen.

Piratenschip
Zet op vier plekken in de speelzaal gymmateriaal klaar. Dit zijn schateilanden. In het midden van de speelzaal wordt een piratenschip gemaakt door banken neer te zetten. De kinderen stappen in het schip en zijn piraten. Jij bent de kapitein. Zing piratenliedjes. Plotseling roep je 'Uit het schip!' De piraten lopen naar een schateiland en beklimmen dit. Als jij roept 'In het schip!' komen de piraten zo snel mogelijk terug. Op de drie volgende bevelen rennen de piraten telkens naar een ander schateiland.

De spelen uit Speelkriebels voor kleuters zijn in elke kleutergroep in te zetten. Wij gymmen meestal in vier hoeken, maar ook hier zie ik mogelijkheden. Ik kan een spel aanbieden in één van de hoeken of voor alle hoeken een 'speelkriebel' kiezen. Sommige spelen zijn echter minder geschikt voor een hoekenles en leuker om met de hele groep te doen. Ook daar kan ik tijd voor inplannen: een spelles met de hele groep.
Ik vind de spelen in Speelkriebels voor kleuters meer gevarieerd dan de spelen uit de map Bewegingsonderwijs in het speellokaal. De speelkriebels sluiten nog beter aan op de motorische ontwikkeling van kleuters en álle aspecten van de ontwikkeling komen in deze spelen aan bod. Een aanrader!

Speelkriebels voor kleuters
Veerle Florquin en Els Bertrands
Acco

 Silly Sports & Goofy Games

Bij uitgeverij Bazalt kwam ik Silly Sports & Goofy Games tegen. Het perfecte boek vol spellen voor deze tijd.

bewegen basisschool spel buitenspel gym

Wat spelen we vandaag?

Kinderen komen steeds minder buiten, terwijl bewegen juist zo belangrijk is! Onderzoek toont zelfs aan dat je hersenen actiever worden na even bewogen te hebben. Dus hebben de kinderen een tijdje stilgezeten en hard gewerkt? Introduceer een silly sport of goofy game! Plezier gegarandeerd en de kinderen kunnen er weer tegenaan. Daarbij is het niet alleen goed voor de beweging, maar ook de groepssfeer wordt er beter van. De kinderen hebben samen plezier en spelen mét elkaar. Dat is ook het sterke aan de silly sports en goofy games. Het zijn stuk voor stuk spellen waarbij spelen en plezier maken voorop staan.
Denk maar eens aan de spellen die kinderen tegenwoordig op de speelplaats spelen. Ze voetballen, hockeyen of spelen tafeltennis. Het zijn de traditionele (team)sporten die je vaak, zeker in de bovenbouw, ziet. Er is echter één probleem met deze sporten en dat zie je op de gezichten van de kinderen als ze terugkeren na de pauze. Eén blik op hun gezichten vertelt ons vaak al wie de winnaars en de verliezers zijn. De kinderen zijn niet de speelplaats op gegaan om te spelen, maar om een strijd te leveren. Op de speelplaats is het team tegen team of leerling tegen leerling, terwijl er zoveel spellen zijn die juist het mét elkaar spelen bevorderen. Spellen waarbij het gaat om het samen zijn en het samen plezier maken. Dat zijn de silly sports en goofy games stuk voor stuk.

Over Silly Sports & Goofy Games

De meer dan 200 sporten en spelletjes uit het boek zijn ingedeeld in negen categorieën:
1. Tof Tikkertje
2. Handig Helpen
3. Enig Evenwicht
4. Creatief Coördineren
5. Begrijpend Bewegen
6. Uitzinnige Uitdagingen
7. Rare Races
8. Speciale Sporten
9. Speelse Spelletjes

Het ene spel is meer geschikt om tijdens de pauze of de gymles te spelen, het andere is juist bedoeld als energizer tussen de lessen door. Ook staan er verschillende drama-activiteiten in het boek beschreven. Volop variatie dus!

Het boek maakt je enorm enthousiast! De uitleg van de spelletjes wordt ontzettend duidelijk, in stappen en met veel humor beschreven. Ik zie meteen voor me hoe de blinde rups zich voortbeweegt, hoe 'Salade van de Chef' voor hilariteit zorgt en hoeveel plezier de kinderen beleven aan 'Pletpret'. De titels zijn dat ook goed gekozen en de illustraties erbij versterken het vrolijke gevoel. Dat is echter het uiterlijk van het boek. Gelukkig is de inhoud van de spellen al evengoed. Ik sta er versteld van hoeveel originele spellen de auteur, Dr. Spencer Kagan, heeft weten te verzamelen. En deze originele spellen zijn stuk voor stuk leuk, modern en uitdagend. Er zitten weinig spellen bij die ik over zou slaan.

Naast het boek is er een handige klapper met daarop 30 spellen die je ook in het boek vindt. Deze kleurrijke klapper is los verkrijgbaar. Je kunt hem in je lokaal zetten en regelmatig een activiteit als tussendoortje doen of een spel introduceren voor het buiten spelen. Zo wordt het spelrepertoire van de kinderen vergroot.

bewegen tussendoortjes gym spelles pauze basisschool spellen basisschool bewegen pauze spellen

Spel van de week of even bewegen tussendoor

Het boek en de klapper (flip-over) Silly Sports & Goofy Games zijn echte aanraders! Super handig om een spel van de week te introduceren op de speelplaats, fijn voor tussendoortjes tijdens de lessen, handig voor je drama-activiteiten én ze enthousiasmeren jou als leerkracht om meer met je groep te bewegen en meer te investeren in goed spel.

--> Bekijk het boek
--> Bekijk de flip-over

Silly Sports & Goofy Games
Dr. Spencer Kagan
Uitgeverij Bazalt


Bewegingsspelen

Op deze pagina vind je bal- en tikspelen en uitgewerkte 'vier-hoeken' gymlessen bij enkele thema's.

Balspelen

Sommige van onderstaande spelen zijn voor de hogere groepen bedoeld, maar de meeste spelletjes zijn te spelen met de kleuters.

Bal doorgeven
De groep wordt verdeeld in 2 even grote partijen. De kinderen gaan in een rij achter elkaar staan. De eerste van elke rij krijgt een bal. Op een teken van de leerkracht geven de kinderen de bal om en om boven het hoofd en tussen de benen door naar het laatste kind. Als het laatste kind de bal heeft loopt het naar voren en begint het opnieuw totdat het kind dat als eerste begon weer vooraan staat. Het team dat als eerste klaar is wint.

Ballen gooien
De klas wordt in tweeën verdeeld. De ene groep kinderen zit achter een lijn aan de ene kant van de zaal, de andere groep zit aan de overkant. Tussen de groepen in is het veld. In het veld ligt een bal. Alle kinderen hebben een tennisbal. De kinderen moeten de grote bal met de tennisballen bij de groep aan de overkant over de lijn proberen te krijgen. (Of 1 lijn voor de lijn waar achter de groep zit). Ze moeten dus met de tennisballen tegen de grote bal mikken. De tennisballen komen zo vanzelf ook telkens aan de overkant, waardoor het spel altijd door kan gaan.

Chaos-doelenspel
Het veld wordt verdeeld in twee vakken. Achter in elk vak staan 4 of 5 pylonen met daarop een blokje. Elke pylon wordt verdedigd door één kind. De kinderen die over zijn wachten naast de vakken. Er zijn 3 of 4 (foam)ballen in het spel. De kinderen proberen met de foamballen de pylonen in het andere vak te raken zodat het blokje eraf valt. Lukt dit dan moet het kind waarvan de pylon geraakt is wisselen met een kind dat staat te wachten. De kinderen kunnen hun pylon verdedigen door te ballen te vangen of weg te slaan / schoppen.
Variant(en)
- Gebruik judomatten die rechtop staan i.p.v. pylonen. De kinderen moeten de judomat vasthouden. Een kind dat af gegooid is, gaat naar de kant. Op een gegeven moment zal de judomat vallen, omdat er niet meer genoeg kinderen zijn om de mat overeind te houden. Het team waarvan de mat valt heeft verloren.
- Zet 1 'speciale' pylon in elk vak neer. Als deze geraakt wordt moeten alle kinderen uit het vak wisselen.

Eilandbal
In de zaal liggen hoepels verspreid (de 'eilanden'). In elke hoepel staat een kind. Tussen de hoepels door lopen 3 à 4 kinderen. Er zijn ca. 5 ballen in het spel. De kinderen in de hoepels gooien de ballen naar elkaar over. De kinderen die tussen de hoepels doorlopen proberen ze te onderscheppen. Lukt dit dan wordt er gewisseld en mag het kind dat de bal onderschepte in de hoepel gaan staan. Als een kind bij het gooien of vangen buiten zijn hoepel komt moet het ook wisselen.
Variant(en)
- Laat bal overrollen i.p.v. overgooien.

Fopbal
Maak een kring. Iemand staat in het midden met de bal. Iedereen in de kring doet de handen op de rug. Degene in het midden gooit de bal echt of nep naar iemand. Wanneer de bal echt gegooid wordt, moet je hem vangen, wanneer de bal voor nep gegooid wordt, moet je je handen op je rug laten. Komen de handen toch tevoorschijn, dan ben je af en moet je gaan zitten.

Lummelen
Eén of meerdere spelers staan in het midden van een kring.
De kring gooit of schopt een bal over. De lummel moet proberen de bal te onderscheppen. Bij gooien moet de lummel proberen de bal te vangen. Bij voetlummel moet de lummel de bal aantikken met de voet.
Degene die de bal het laatst aangeraakt heeft moet nu de lummel zijn. Tenzij iemand de bal expres niet vangt/schopt. Dan is die persoon de lummel.

Kastbal
Voor dit spel heb je de helft van de zaal en de groep nodig (dus geschikt voor een gymles met hoeken). Kies een vak uit wat duidelijk te zien is met lijnen. In dit vak staat de kast, met daarop een pion. In het vak lopen een paar kinderen. Buiten de lijnen lopen wat meer kinderen. Zij gooien een bal naar elkaar over, maar mogen niet in het vak komen! De kinderen moeten proberen de pion van de kast te gooien, die door de kinderen in het vak bewaakt wordt. De kinderen buiten de lijn moeten zich verdelen over het vak, zodat er aan alle kanten iemand staat.

Chinees voetbal
Ga in een kring staan met de gezichten naar elkaar toe en de benen wijd open. Zorg ervoor dat je met je voeten tegen de voeten van de buurman staat. In het midden ligt een bal. Je maakt met 2 handen een vuist en slaat de bal zo door de kring. Probeer de bal bij iemand door het poortje te slaan. Wanneer dat lukt krijgt die persoon een beperking.
De 1ste keer: je mag nog maar met één hand meedoen.
Gaat de bal dan weer onder jouw poortje door, dan moet je omdraaien, achterstevoren gaan staan met de benen open en mag je weer met 2 handen meedoen.
Gaat de bal dan voor de 3de keer door jouw poortje, dan moet je weer met één hand slaan. Gaat de bal een 4de keer door je poortje, dan ben je af.

Tik tak boem
De kinderen zitten in een kring op de grond. Zet geven een bal de kring rond. De bal moet netjes aan het volgende kind gegeven worden. Buiten de kring staat het kind dat de bom speelt. Hij/zij staat met de rug naar de kring en zegt: tik, tak, tik, tak, tik, tak, tik, tak... Ondertussen gaat de bal de kring rond. Dan roept de bom ineens 'boem!'. Het kind dat de bal op dat moment vast heeft is af en verlaat de kring. Het spel gaat weer verder.

Tikspelen

Vos kom uit je hol
Eén kind, de vos, zit onder een laken. De andere kinderen staan aan de andere kant van de zaal. Ze lopen op de vos af en roepen: "Vos kom uit je hol!". De kinderen komen steeds dichter bij. Ze blijven roepen: "Vos kom uit je hol!" Ineens komt de vos uit z'n hol en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken. Wanneer de kinderen weer aan de andere kant van de zaal zijn en achter een lijn staan (van tevoren afspreken) zijn ze vrij.
Soortgelijk spel: Wolfje, wolfje, ben je thuis?

Apenkooi
Zet in de gymzaal/speelzaal een heleboel toestellen neer. Hoe meer, hoe leuker de kinderen het zullen vinden. Denk aan de touwen met banken, om van bank naar bank te zwieren, de kast, de ringen, een dikke mat, een lange mat, de brug...
Als alle materialen staan, leg je tussen de materialen in hoepel of kleine matten neer, zodat de kinderen zonder de vloer te raken van het ene materiaal naar het andere kunnen komen.
Wijs één of twee tikkers aan. Geef ze een lintje om. De tikkers proberen de kinderen te tikken. De kinderen mogen niet van een toestel/mat/hoepel af gaan. Doen ze dit wel, dan zijn ze af.
Ook de tikkers moeten op de toestellen blijven. Kinderen die getikt worden gaan even op de bank zitten.

Chinese muur
De kinderen staan allemaal aan één kant van de zaal. Eén tikker staat in het midden. De kinderen rennen over. De tikker probeert kinderen te tikken. Als een kind getikt is, gaat het ook in het midden staan en houdt de hand van de andere tikker vast. De sliert van tikkers wordt zo steeds langer en het wordt steeds moeilijker om er omheen (of onderdoor!) te komen.

Ratten en raven
De kinderen staan in twee rijen in het midden van de zaal. De kinderen staan 2 aan 2 tegenover elkaar. De ene rij is de ratten, de andere rij de raven. De leerkracht vertelt een verhaal (terplekke bedenken). Valt in dit verhaal het woord "ratten" dan rennen de ratten zo snel als ze kunnen weg, naar de muur. De raven proberen de ratten voordat ze bij de muur zijn te tikken. Valt het woord raven in het verhaal, dan rennen de raven weg en gaan te ratten tikken. De kinderen spelen 2 aan 2, dus een kind mag alleen het kind tikken wat bij hem/haar hoort.

Staarttikkertje
Alle kinderen krijgen een lint (staart) achter in hun broek. Er is één tikker. De tikker probeert de staarten uit de broeken van de kinderen te trekken. Wanneer dit lukt, wordt het kind dat geen staart meer heeft tikker en krijgt de tikker de staart van het kind wat hij/zij getikt heeft. (Kan natuurlijk ook met 2 tikkers).

Poorttikkertje
Kinderen die getikt worden gaan op de plek waar ze getikt zijn met hun benen wijd staan. Kruipt er een ander kind door hun benen heen dan zijn ze weer vrij.
Variant(en)
- Kinderen gaan staan als 'bok'. Ze zijn vrij als een ander kind er overheen springt.

Banktikkertje
In de lengte van de zaal staan 2 of 3 banken tegen elkaar aan. Hier mag niemand overheen. Twee kinderen werken samen als tikker. Er mag er maar één tegelijk tikken, de ander zit op de bank. Wanneer de ene tikker gaat zitten staat de ander op en mag dan beginnen te tikken. Door goed samen te werken kunnen ze de groep 'opjagen' en hoeven ze zelf niet veel te rennen.

Diamantenroof
In het midden van de zaal liggen een aantal judomatten tegen elkaar aan (of de dikke mat) met daarop diamanten (pittenzakjes of blokken) Er is zijn 2 of 3 bewakers (de tikkers) en er zijn dieven (de andere kinderen). De dieven staan in hun huis (een hoepel) aan de rand van het speelveld. De dieven proberen de diamanten te stelen en naar hun huis te brengen. Ze mogen 1 diamant tegelijk pakken. Worden ze getik door een bewaker, dan moeten ze eerst weer terug naar hun huis (hebben ze op dat moment een diamant dan moet die weer op de mat). Het spel stopt als alle diamanten gestolen zijn. Eventueel wint het kind dat de meeste diamanten heeft gestolen.

Baltikkertje
Er zijn min. 2 tikkers. Er zijn een aantal ballen (bijv. 5) in het spel. De tikkers mogen de kinderen die een bal hebben tikken. De kinderen die een bal hebben moeten deze zo snel mogelijk kwijt zien te raken door hem aan een ander kind te geven (gooien mag niet! En de bal weigeren ook niet!). Nu is het kind wat de bal had even vrij en moet de tikker achter het andere kind aan.

Elfjes in het bos
Leg een flink aantal hoepels in de zaal en een mat in het midden. Op de mat slaapt een heks. De overige kinderen zijn elfjes. Maak de lampen uit. Het is donker, nacht. De heks slaapt en de elfjes vliegen door de speelzaal. Wanneer de lamp aan gaat, wordt de heks wakker en probeert zoveel mogelijk elfjes te tikken, maar... de elfjes zoeken snel een holletje (= een hoepel). Eén elfje per hoepel. Wanneer de lamp weer uit gaat is het nacht en gaat de heks weer slapen. De elfjes lopen vrij rond. Kinderen die getikt zijn gaan zitten of mogen gewoon mee blijven doen.

Nummerbal
Maak 2 rijen. De rijen gaan tegenover elkaar staan met daartussen een flinke ruimte. Zorg ervoor dat iedereen tegenover iemand staat.
In elke rij krijgt iedereen een nummer. Begin bij 1 en tel verder tot de laatste persoon.
In het midden van de ruimte tussen de 2 rijen ligt een bal.
De spelleider roept een nummer. Deze nummers rennen naar de bal toe. Als je de bal pakt, moet je er zo snel mogelijk mee terug naar je plaats. Máár, zodra één van de twee de bal pakt, mag de ander die persoon tikken. Wordt je getikt, dan heeft de andere groep een punt. Bereik je echter je plaats zonder getikt te zijn, dan heeft jouw groep een punt.

Vlaggenstok
Iedereen staat in een kring. Eén iemand loopt om de kring heen met een vlag of pet in de hand. Deze persoon houdt op een gegeven moment de vlag of pet tussen 2 personen in. Deze rennen zo snel mogelijk, in tegengestelde richting, om de kring heen. Als ze elkaar tegenkomen moeten ze elkaar een hand geven. Wie is het eerst terug bij de vlag? Deze persoon mag om de kring gaan lopen.

Staartpakkertje
De groep staat in een kring. In de kring staat iemand met een staart (lang lint of sjaal) achter in zijn broek. Eén persoon uit de kring wordt aangewezen en moet in de kring proberen de staart te pakken te krijgen. Lukt dit?
Dit kan ook gespeeld worden met iemand die met een bal stuitert en iemand die deze af moet pakken.

Petje leggen
Iedereen zit op de hurken in de kring, gewoon met ogen open. Er loopt iemand met een pet of ander voorwerp om te kring heen. Op een gegeven moment gooit hij/zij de pet achter iemand neer. Deze persoon moet zo snel mogelijk gaan tikken. De ander probeert de lege plek in de kring te bemachtigen. Als je getikt wordt, moet je een liedje zingen in de kring.

Eilandenspel
In de speelzaal liggen allemaal hoepels. De hoepels zijn eilandjes. Om de eilanden heen zwemt een monster. Als de leerkracht fluit, komt het monster tevoorschijn en moeten de kinderen in de hoepels gaan staan.
Maar.. er wordt steeds een hoepel weggehaald. De kinderen moeten elkaar helpen en zorgen dat iedereen toch in een hoepel kan staan. Ook als er nog maar een paar hoepels over zijn. Er mogen dus meerdere kinderen in een hoepel staan.

Reus en kabouter
Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het kabouterhuisje. In de kring staat de kabouter. De reus staat buiten de kring. Hij klopt aan en vraagt: mag ik komen spelen? De kabouter heeft geen zin. De reus loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen. De kabouter sluipt er achteraan en maakt de reus wakker. Nu mag de reus de kabouter proberen te tikken. Maar... als de kabouter weer in zijn huis is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.

Kat en muis
De kinderen staan in de kring met de handen vast. Eén kind is kat en staat in de kring. Eén kind is muis en staat buiten de kring. De kat moet de muis proberen te tikken. De kring probeert dat te verhinderen door de kat niet uit de kring te laten. Lukt het de kat toch uit de kring te breken, dan rent de muis zo snel mogelijk de kring in. De kring helpt de muis en laat hem binnen. Nu staat de kat buiten de kring en de muis in de kring. Lukt het de kat om de muis te tikken?

Gymlessen in hoeken

Bij verschillende thema's zijn compleet uitgewerkte gymlessen in hoeken te vinden. Hier staan ze voor je op een rijtje:

Junglegymles

Een gymles in 4 of 5 hoeken in junglestijl. Met een expeditiekaart waarop de kinderen in elke hoek een sticker of stempel kunnen verdienen.

--> Download de junglegymles

junglegymles

Stippelspelen

Gymles bij het boek 'Igor Stippelkampioen'

De Stippelspelen, dé wedstrijd voor gestippelde atleten. Ach, daar kunnen kleuters toch ook wel aan meedoen?
Organiseer je eigen Stippelspelen op school en verdien stippels op je Stippelkaart.

Deze download bevat een compleet uitgewerkte gymles in hoeken. De kinderen gymmen in groepjes en beoefenen verschillende sporten.
Tijdens of aan het eind van de gymles verdienen zij stippen op de Stippelkaart. Lees meer in de download.

--> Download de Stippelgymles

stippelspelen, kleuters

Activiteiten voor buiten bij 'Igor Stippelkampioen'

De onderstaande download bevat 5 opdrachtkaarten voor de Stippelspelen. Zo kun je het spel van de dag elke dag in de klas introduceren.

--> Download de kaarten voor de Stippelspelen

stippelspelen igor stippelkampioen

Wanneer je met de klas weer binnen bent, kleuren de kinderen een stip op hun stippelkaart. Je kunt ook een ronde sticker op de stip plakken. Gedurende de week verzamelen de kinderen 5 stippen.
Tip! Hebben de kinderen de Stippelspelen goed volbracht? Dan verdienen ze een medaille of kleine beker. De Action en Hema hebben erg leuke, goedkope medailles en bekers.

igor stippelkampioen
--> Download de lege stippelkaart

Deze lege stippelkaart kun je zelf opvullen met de 5 sporten die je wilt gaan spelen.
Schrijf de namen van de sporten klein om de stippels heen. Teken een symbooltje van elke sport in de stippels. Na het beoefenen van een sport mogen de kinderen een stippel inkleuren.

stippelkampioen
--> Download een ingevulde stippelkaart

Dit is een Stippelkaart voor de sporten verspringen, hardlopen, gewichtheffen, hockey en korfbal. Print de kaart uit en schrijf de namen van de sporten klein om de stippels heen.

Het Stippellied
Begin de Stippelspelen uiteraard met het Stippellied, dat je in het prentenboek vindt.
--> Beluister het Stippellied
--> Bekijk de bladmuziek van het Stippellied

De Stippelvlag
Maak de Stippelspelen extra leuk door de Stippelvlag op te hangen. Teken een vlag zoals in het prentenboek 'Igor Stippelkampioen' en hang deze elke dag op bij het spel dat gespeeld gaat worden. De kinderen weten dan: dit spel hoort bij de Stippelspelen.
kleuters, stippelspelen

Reis rond de wereld - gymles

--> Download de 'Reis rond de wereld' gymles
--> Download het paspoort voor de gymles

kleuters, gymles

Kikkergymles

Kun jij springen als een Kikker? Wie maakt de allergrootste kikkersprong? Oefen het met deze leuke gymles!

kikker gymles

--> Download de kikkergymles

kikkergym kleuters

Pietengymles

In dit bestand vind je een leuke pietengymles in hoeken.
De uitleg staat in de download. Veel plezier!

pietengym, kleuters
--> Download de pietengymles


Bewegen op muziek met kleuters

Eén van de muziekdomeinen is 'bewegen'. En waar kun je nou beter bewegen dan in de speelzaal? Kleuters zijn beweging. Ze doen niets liever. Vrij bewegen in de ruimte, een beweging nadoen, iets uitbeelden of bewegen op muziek. Mogelijkheden genoeg. Hier vind je enkele tips.

Bewegen op muziek - inspiratie:
* Bewegen op het ritme van de trom. Sla hard, zacht, snel of langzaam op de trom. De kinderen lopen, rennen, huppelen, springen op het ritme.
* Kleuters vinden het leuk om dieren na te doen. Laat één kind een dier bedenken. Alle kinderen doen dat dier na. Als jij fluit, klapt, op de trom slaat, bevriezen de dieren en mag een ander kind een dier bedenken.
* Dansen en bewegen met linten. Geef elk kind één of twee linten van crêpepapier. Dans hiermee rond in de speelzaal. Geef de kinderen opdrachten en doe voor wat ze kunnen doen. (Met de armen zwaaien, ronddraaien als een molen, grote cirkels maken, kleine cirkels, naar voor en achter zwaaien, cirkels maken boven je hoofd, rennen en springen met de linten, bewegen op muziek etc.)
* Dansen. Zoek leuke dansliedjes en dans hier met de kinderen op. De Animatie Compagnie heeft leuke liedjes waarbij gezongen wordt wat de kinderen moeten doen, zoals Tjoe Tjoe Wa, Ochtendgymnastiek, Superman, Cowboy Joe, Hockey Cockey, Doe maar lekker mee etc.
Misschien heeft een kind in de klas zo'n cd. Deze liedjes worden in de zomer op campings gedraaid bij het animatieprogramma.
Je kunt de cd Supertime Swinghits hier bestellen.
* Bewegingsonderwijs in het speellokaal. Bij deze map met gymlessen voor kleuters zit een cd met liedjes om op te bewegen. Bijv. circuspaarden of de trein.
In deze map staan ook allerlei activiteiten die met bewegen op muziek te maken hebben, zoals op tijd stilstaan, verschillende routes stappen, in de maat, met z'n tweeën.

Bewegingsliedjes van vroeger

Lopen lopen allemaal,
lopen lopen, ga maar lopen.
Lopen lopen allemaal,
sta nu even stil.
Springen, springen allemaal,
springen springen enz.
Hinkelen, kruipen, rollen enz.
De leerkracht zingt dit lied terwijl de kinderen uitvoeren wat er gezongen wordt. Als de kinderen stil moeten staan, worden ze een standbeeld.

Alle kinderen gaan nu zwemmen,
zwem, zwem, zwem, zwem, zwem.
Alle kinderen zijn nu kikkers
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak, kwaak.
Alle kinderen gaan marcheren,
mars, mars, mars, mars, mars.
Alle kinderen gaan nu springen,
spring, spring, spring, spring, spring.
Alle kinderen... etc
De leerkracht verzint iedere keer iets wat de kinderen moeten doen. De kinderen lopen in een lange rij achter elkaar. De leerkracht zegt dit of maakt er en simpel liedje van.

't Regent op de brug
en ik word niet nat
ik ben nog iets vergeten
maar ik weet niet wat
Kom, mijn zusje dans met mij
beide handjes in de zij
heen en weer, op en neer
drie maal in de rondte
en ik dans niet meer.

De kinderen staan in een rij. Eén kind staat ervoor. Dat kind kiest een "zusje" uit. Beiden dansen dan met de handen in de zij heen en weer. Bij "drie maal in de rondte", haken ze de armen in elkaar en dansen in het rond.

Witte zwanen, zwarte zwanen
wie gaat er mee naar Engeland varen?
Engeland is gesloten
de sleutel is gebroken
is er dan geen smid in 't land
die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan, laat doorgaan
wie achter is moet voor gaan.

Schipper mag ik overvaren, ja of nee?
Moet ik dan nog geld betalen, ja of nee?

'k Heb een brilletje al voor mijn ogen
om te zien wie er dansen mogen.
'k Heb een brilletje al voor mijn ogen
'k zie het al, ik dans met jou.

Twee emmertjes water halen
twee emmertjes pompen
meisjes op de klompen
jongens op een houten been,
rij maar door mijn straatje heen
en van je ras ras ras
rijdt de koning door de plas
en van je voort voort voort
rijdt de koning door de poort
en van je erre, erre, erre
rijdt de koning door de kerk
van je één, twee, drie!

De kinderen staan in twee rijen tegenover elkaar, en houden elkaars handen kruislings vast en bewegen hun armen heen en weer. Bij "van je ras ras ras" laten ze elkaar los en doen een stapje naar achter, zodat de achterste twee rijen door naar de andere kant kunnen dansen.

Kringliedjes

Daar zat een klein zigeunermeisje
huilend op een steen.
Huilend, huilend, helemaal alleen.
Sta op, meisje lief, en droog je traantjes af
en kies een kindje uit de kring
want anders ben je af.
Tralalalala, tralalalalala etc.

Een grote kring maken. Alle kinderen wijzen naar het kind dat in de kring zit te huilen. Bij de vierde regel staat het kind op en kiest iemand uit om een dansje mee te maken.

Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven
heb je wel gehoord van de zevensprong?
Ze zeggen dat ik niet dansen kan
ik kan dansen als een edelman.
Dat is één, dat is twee, dat is drie, dat is vier,
dat is vijf, dat is zes en dat is zeven!

De kinderen hebben de handen vast en lopen rond in een kring.
Bij één: los laten en rechtervoet in de kring zetten.
Het lied wordt vervolgens opnieuw gezongen.
Het lied wordt zeven keer gezongen en bij elke herhaling komt er iets bij.
Twee: linkervoet vooruit in de kring.
Drie: knielen op rechterbeen, vier: knielen op linkerbeen
vijf: rechterelleboog op de grond, zes: linkerelleboog op de grond
zeven: met het voorhoofd de grond aanraken.

Jan Huigen in de ton
met een hoepeltje erom
Jan Huigen, Jan Huigen,
en de ton die begon te buigen, te buigen
en die ton die viel... kapot!

De kinderen lopen rond in een kring. Bij buigen, buigen ze voorover en bij kapot vallen de kinderen achterover op de grond.

Joepie, Joepie is gekomen
heeft mijn meisje weggehaald
maar ik zal er neit om treuren
gauw een ander weer gehaald.
Tralalalalala etc.

De meisjes staan in de kring. Achter elk meisje staat een jongen. Eén jongen loopt rond en kiest een meisje met wie hij de kring ronddanst. Als het lied voor de tweede keer gezongen wordt, mag de overgebleven jongen een meisje uitzoeken en gaan de twee dansers op de opengevallen plaats staan. Als alle meisjes een keer gekozen zijn, is het spel uit.

Zakdoekje leggen, niemand zeggen
'k Heb de hele nacht gewaakt,
twee paar schoenen heb ik afgemaakt
één van stof en één van leer
hier leg ik mijn zakdoek neer.
Ik weet het al, ik weet het al,
waar ik mijn zakdoek leggen zal.
En van je 1, 2, 3!

Het kind wat de zakdoek nu achter zich ziet liggen, staat op en probeert het kind dat de zakdoek gelegd heeft te tikken. Dat kind probeert op de lege plek in de kring te gaan zitten, voordat hij getikt wordt.

Zeg, ken jij de mosselman
de mosselman, de mosselman
zeg, ken jij de mosselman
die woont in Scheveningen.

Ja, ik ken de mosselman,
de mosselman, de mosselman
Ja, ik ken de mosselman
die woont in Scheveningen.

Samen kennen wij de mosselman
de mosselman, de mosselman
samen kennen wij de mosselman
die woont in Scheveningen.

De kinderen staan in de kring. Twee kinderen staan in de kring tegenover elkaar. Het ene kind begint terwijl hij op de muziek zijn benen beurtelings opgooit en de handen klappend langs elkaar slaat. Bij het 2de couplet is de ander aan de beurt en hij antwoordt met dezelfde gebaren. Bij "samen" kruisen de twee de armen en dansen ze heen en weer door de kring. Nu kiezen beide kinderen een partner en begint het lied opnieuw. Het gaat door totdat iedereen in de kring een partner heeft.

Wie gaat er mee, wie gaat er mee
naar de berg van Sint André?
En daar wonen zoveel kindertjes
en die leven daar in gloria, victoria!

Wie gaat er mee, wie gaat er mee
naar de berg van Sint André?
En daar wonen zoveel hondjes
en die leven daar in gloria, victoria!

De kinderen staan in een kring. Om de beurt mogen ze zeggen wie er op de berg wonen. Aan het eind van het couplet maken ze het geluid van dat dier.


Activiteiten met de parachute

De parachute is een groot, rond, kleurrijk doek waar je allerlei leuke dingen mee kunt doen. Hiervoor heb je veel ruimte nodig in een speel- of gymzaal of, bij mooi weer, buiten.
Heb je geen parachute op school? Dan kunnen de meeste van onderstaande activiteiten ook met een groot stuk, niet al te zwaar, plastic gedaan worden.

Hier vind je een aantal suggesties voor activiteiten met de parachute:

In de zee
De kinderen gaan rondom de parachute zitten. Iedereen pakt de rand vast. We zitten in de zee. De parachute maakt kleine golfjes. Doe dit eventueel op rustgevende muziek. Eén voor één mogen er kinderen door de zee lopen. Zij lopen over de parachute.

Voorwerpen dansen op de parachute
Het is herfst. Het stormt. De kinderen staan of hurken rondom de parachute. De parachute beweegt op en neer. Gooi een aantal herfstbladeren (echt of nep) op de parachute. De bladeren dansen op en neer in de wind.
Deze activiteit kan je aan je thema aanpassen. Bijv. winter, sneeuwvlokken (watten), thema dieren, muisjes die op en neer dansen etc.
buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep, parachute

Een kleurrijke jurk
Eén kind kruipt naar het midden van de parachute. Hier zit een gat. Dit kind gaat in het gat staan. De andere kinderen staan om de parachute heen. Zij lopen rustig rond, zodat de parachute draait. Wat heeft het kind in het midden een mooie jurk aan!  

Krokodillenspel
De kinderen zitten op de grond met hun benen gestrekt onder de parachute. Eén kind kruipt onder de parachute, de krokodil! Dat kind moet zich kruipend, of nog liever, liggend, voortbewegen. De krokodil gaat op zoek naar benen die hij/zij onder de parachute ziet. De krokodil mag aan een paar benen trekken. Dat kind is dan gevangen en wordt de nieuwe krokodil!

Een bal op de parachute
* Laat een bal op de parachute rollen. Kunnen we ervoor zorgen dat de bal rondjes rolt? Zonder van de parachute af te vallen!
* Kunnen we proberen de bal door het gat te laten vallen?
* We bewegen de parachute rustig op en neer, zodat de bal gaat springen. Maar... de bal mag niet van de parachute af vallen.
* De bal zo hoog mogelijk de lucht in krijgen. Alle kinderen staan en houden de parachute vast. Op het teken van de leerkracht doet iedereen de handen omhoog (met de parachute). De bal vliegt de lucht in. Hoe hoog komt de bal? Kan de bal het plafond raken?
* Varieer met het aantal ballen. Gooi eens 2 ballen op de parachute.

Vormen maken
* Iedereen staat rondom de parachute. Op het teken van de leerkracht gooit iedereen de armen de lucht in en gaat de parachute omhoog. Houd de parachute goed vast! Als dit een paar keer geoefend is, kunnen er telkens 1 of 2 kinderen onder de parachute door lopen.
Daarna kun je dit uitbreiden naar bijv. alle jongens, alle meisjes.
* Gooi de parachute de lucht in, doe allemaal één stap naar binnen, breng de parachute omlaag achter je rug en ga er op zitten! Doe dit snel, zodat er zoveel mogelijk lucht in de parachute blijft. Als iedereen zit heb je een gezellig huisje, waar zelfs iemand in kan gaan staan!
* Gooi de parachute omhoog, houd hem goed vast en loop allemaal naar het midden. De parachute blijft hoog en wordt nu een soort ballon.
* Gooi de parachute omhoog en laat hem op het teken van de leerkracht allemaal los. Wat gebeurt er nu?
buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep, parachute

Kleurenspel
De kinderen houden de parachute op borsthoogte vast. De leerkracht noemt een kleur. De kinderen die bij die kleur staan, lopen onder de parachute door, naar de andere kant.
buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep


Buitenspel met kleuters

Een boeiende, natuurlijke buitenruimte biedt unieke en veelzijdige prikkels die je in een binnenruimte niet kan aanbieden. Deze prikkels inspireren kinderen tot 'anders' exploreren, experimenteren en spelen, tot totaal beleven. Buiten spelen heeft een andere impact op de ontwikkeling:

- Buiten spelen zorgt voor unieke zintuiglijke ervaringen.
- Buiten spelen brengt kinderen direct in contact met natuurlijke materialen. Dat voelt anders dan wanneer ze de klas in worden gebracht. Kinderen manipuleren met zand, bladeren, takjes, modder enz.
- Buiten ervaren kinderen de ruimte anders: wijder, groter. De ruimte daagt kinderen extra uit om zich te oriënteren, om zich een plak eigen te maken, om afstanden, richting, duur enz. in te schatten.
- Een buitenruimte is onvoorspelbaar en kinderen ervaren tijdens het buiten spelen meer vrijheid. Er is meer ruimte om op avontuur te gaan en leren om te gaan met risico.
- Een buitenomgeving lokt initiatief uit. Kinderen zetten een eigen spel op.
- Een veelzijdige buitenruimte laat veel kanen tot oefenen van sociale vaardigheden. Kinderen ontmoeten elkaar in spel dat hun boeit en maken afspraken.
- Buiten spelen heeft een positief effect op de gezondheid.
- Buiten spelen bevordert de motorische ontwikkeling.
Uit: Speelkriebels voor kleuters

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep

Vaak horen we als kleuterleerkracht dat het wel makkelijk is: kleuters spelen veel buiten en wij hebben pauze. Wie met kleuters werkt, denkt daar wel anders over. Kinderen vrij laten buiten spelen betekent niet dat je geen verantwoordelijkheden meer hebt. Elk kind moet immers maximale kansen tot ontwikkeling krijgen. Er ligt zelfs een dubbele taak: zorgen voor een krachtige buitenleeromgeving die op veel manieren kan stimuleren én de kleuters begeleiden. Soms moet je je afzijdig houden en soms is ondersteuning nodig: de kinderen helpen met bedenken wat ze zouden kunnen doen, de kinderen stimuleren, hulp bieden bij het oplossen van conflicten en een extra stimulans bieden waardoor het spel intenser wordt. Genoeg te doen dus!

Tips voor buitenspel

* Introduceer wekelijks een nieuw spel of nieuwe activiteit. Dit kunnen tik- en balspelen zijn zoals op deze pagina beschreven, maar ook activiteiten als stoepkrijten, bellen blazen, met hoepels spelen, touwtje springen, steltlopen, kloslopen, met plastic zakken spelen, buiten met een grote bak water spelen, knotshockeyen enzovoorts.

* Speel de spelletjes die je wilt introduceren een paar keer met de kinderen, zodat ze de regels leren en enthousiast worden. Daarna kunnen de kinderen de spelletjes zelfstandig spelen.
Start elke buitenspeeltijd met meespelen en/of het op gang brengen van het spel. Als het goed loopt, is het tijd voor je eigen 'rustmoment'.

* Neem een grote bak waarin je allerlei buitenspeelmateriaal verzamelt. Denk hierbij aan tennisrackets met zachte balletjes, een zachte, grote bal om te voetballen, oude hockeysticks, springtouwen, elastieken, kleine balletjes, zachte rugbyballen, knikkers, stoepkrijt, hoepels....

* Print deze pagina en leg hem in de buitenspeelbak. Zo heb je alle spelletjes binnen handbereik.

* Verzamel naast het standaard buitenspeelmateriaal kosteloos en gebruikt materiaal om buiten mee te spelen. Geef de kinderen rioolbuizen om in de zandbak tunnels aan te leggen, een plastic fles die je doormidden knipt als boot voor een watertafel buiten, sponzen, trekkers en emmers om de ramen te wassen, lege toetjesbekers om taarten te bakken, vuilniszakken of plastic om een vijver in de zandbak te maken. Gaat het materiaal kapot? Geen probleem! Weggooien en de volgende keer is er weer wat nieuws.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
Samen het plastic goed neerleggen voor de gracht.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep buiten, spelen, kleuters, buitenspel, groep1-2
Er mag water op het plastic! De kinderen ontdekken dat het water op bepaalde plekken wegloopt. Wat doen we daaraan? Op andere plekken komt heel veel water te staan. Hoe komt dat?

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
'Juf, mogen we eieren voor ons vogelnest?' 'Natuurlijk!' :)

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
Een stuntcircuit voor auto's maken op de zandbakrand.

* Ga eens op pad, de wijk of het dorp in! Pluk paardenbloemen op een grasveld, blaas de pluisbollen weg, zoek eikels en kastanjes, speel in het bos, zoek klavertjes vier, verzamel takjes en maak een wandeling langs alle speeltuinen in de buurt.

* Bied buiten materiaal aan dat bij het thema past of geef de kinderen bijpassende opdrachten. Teken met Pasen bijvoorbeeld een groot paasei van stoepkrijt op de speelplaats en laat de kinderen hier allerlei patronen in tekenen, maak bij het thema indianen een totempaal en zet een tipi op, zet tentjes op de speelplaats bij het thema zomer & vakantie en laat de kinderen hierin 'kamperen' en picknicken, bouw een podium waarop de kinderen kunstjes kunnen doen tijdens een circusthema enzovoorts.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
De kinderen kleuren een groot paasei in.

Slecht weer? Naar buiten!

Oh nee, het regent alweer. We kunnen niet naar buiten! Nee? Echt wel! Ga eens op een regenachtige dag naar buiten. Laat de kinderen gangen graven vanuit een plas water in het zand, zodat het water verder stroomt. Schep water uit plassen op de stoep. Vang regenwater op met bakjes. Speel regentikkertje: op een droge plek ben je vrij! Zing regenliedjes onder de paraplu. Spring over de plassen en heb lol.
Maak afspraken met de kinderen wanneer je geen enorme moddermonsters in je lokaal wilt of vraag de kinderen regenlaarzen en een poncho mee te brengen. Zijn de kinderen toch nat en vies en ben je bang voor mopperende ouders? Maak foto's van de activiteiten en de lol die jullie hebben en stuur deze naar de ouders. Als zij hun blije kinderen zien, is het vast niet zo erg.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
Een plas water... Hé, als we een gang graven, loopt het water verder!

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep buiten, spelen, kleuters, buitenspel, groep1-2
We hebben meer water nodig! Met emmers en scheppen naar een grote plas aan de andere kant van de speelplaats.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
Het water stroomt nog verder, tot het speelhuis. De kinderen zijn trots!

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep buiten, spelen, kleuters, buitenspel, groep1-2
Spelen met badeenden.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep buiten, spelen, kleuters, buitenspel, groep1-2
Soepjes maken en verplaatsen.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
Water in buizen gieten. De begrippen vol en leeg worden volop genoemd.

Uitwaaien - Spelen met wind

Ga eens op een stormachtige dag naar buiten. Geef elk kind een grote plastic zak en laat de kinderen hiermee experimenteren. Laat de zak wind vangen en ren met de zak over de speelplaats.
Maak een touwtje aan de zak, zodat de zak de lucht in gaat.

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
Houd het touw stevig vast, dan gaat de zak er niet vandoor.

Wieltjesdag

'Organiseer' een wieltjesdag. Heel eenvoudig! Op een afgesproken dag mogen de kinderen iets op wieltjes meenemen en hier tijdens het buitenspelen op / mee rijden.

Ballendag

Op de ballendag mogen de kinderen allemaal een bal mee naar school brengen. Grote ballen, kleine ballen, voetballen, skippyballen, tennisballen. Het maakt niet uit. Spelen maar!

Waterdag

Houd een waterdag op een zomerse dag. Zet enkele zwembadjes op en zet een sproeier neer. De kinderen mogen iets meebrengen dat met water te maken heeft. Van badeenden tot waterpistolen... Veel plezier!

buitenspelen, kleuters, spel, kleutergroep
De tuinslang is aangesloten en de kinderen mogen zelf water komen halen. Dit dragen ze naar de zandbak waar soepjes en moddertaarten worden gemaakt.

Modderdag

Ja, het bestaat, nationale modderdag. Houd zelf een modderdag. Vraag de kinderen zwemkleding mee te brengen. Leg de tuinslang in de zandbak, zodat deze lekker modderig wordt. Zet een bak met modder en speelfiguren van varkens buiten, waar de kinderen mee kunnen spelen en maak een moddertafel om in te kliederen.

Parcours maken

Laat de kinderen met het buitenspeelmateriaal een hindernisbaan leggen. Gebruik hiervoor hoepels, stapstenen, pionnen, planken, wanneer aanwezig ladders enzovoorts.

kleuters, buitenspel, buiten-spelen kleuters, buitenspel, buiten-spelen
kleuters, buitenspel, buiten-spelen kleuters, buitenspel, buiten-spelen

BloteVoetenPad

Maak een BloteVoetenPad op de speelplaats. Laat de kinderen in bakken stappen waar verschillend materiaal in zit: gras, kiezels, houtschaafsel, keien, zand, modder, water, kunstgras, bladeren, takken, mos.

(Zand)bakkersbriefjes

Geef de kinderen gerichte opdrachten tijdens het spel in de zandbak. De kinderen zijn bakkers en krijgen een bestelling binnen. Deze staat op een bakkersbriefje. Ze maken de bestelling klaar en bezorgen hem op de juiste plek. Ondertussen leren ze het tellen, de getalsymbolen, de kleuren en het op een klasgenootje afstappen spelenderwijs. Daarnaast zijn de kinderen fijnmotorisch bezig.

--> Download de (zand)bakkersbriefjes

zandbak kleuters spel opdrachtkaarten zandbak kleuters spel opdrachten zandbak kleuters spel

Pakketjes bezorgen

Schrijf getallen op kartonnen doosjes of oude blokken. Schrijf dezelfde getallen op de speelplaats. De kinderen gaan de pakketjes bezorgen. Ze leggen ze op een trek- of duwkar of in een kruiwagen en rijden langs de 'brievenbussen' op de speelplaats. De pakketjes worden op de juiste plek bezorgd. Variatie: teken getalbeelden, zoals stippen, op de pakketjes en getalsymbolen op de speelplaats. De kinderen koppelen een getalbeeld aan een getalsymbool.

buiten-spelen, kleuters, buitenspel, cijfers, rekenen, spelen-leren buiten-spelen, kleuters, buitenspel, cijfers, rekenen, spelen-leren

Inspiratie - Artikel 'Naar buiten!'

In maart 2019 verscheen een artikel van Els en mij in Praxisbulletin: Naar buiten! Kinderen hebben voldoende beweging en buitenlucht nodig op een schooldag. Dat geldt zeker voor kleuters, die nog niet zo lang stil kunnen zitten. Combineer buitenspelen met samenwerkend leren en gebruik hiervoor materialen die in elke school te vinden zijn. Een springtouw, stoepkrijt, hoepels en pionnen staan garant voor uren speel- en leerplezier.

--> Lees het artikel 'Naar buiten!'

buiten spelen kleuters ideeën buiten spelen kleuters ideeën

Spelletjes om buiten te spelen

Chinese muur - overloopspel
Maak een veld. Alle kinderen staan op een rij aan één kant van het veld. In het midden staat één tikker. Als de tikker "ja" roept, mogen de kinderen naar de overkant rennen. De kinderen die getikt worden sluiten zich bij de tikker aan en vormen zo een sliert. De sliert mag nooit los gaan en alleen de twee buitenste kinderen mogen tikken. De tikkers moeten ook altijd "ja" roepen, voordat de kinderen mogen gaan rennen.

Omkijkertje - tikspel
Eén kind staat met het gezicht tegen de muur. De andere kinderen staan achter een lijn.
Deze kinderen proberen het kind dat tegen de muur staat te tikken, maar... als dat kind zich omdraait, mag het kind wat er naartoe wilde rennen niet bewegen. Hij/zij moet als een standbeeld stilstaan. Als dit kind toch loopt, moet hij/zij terug naar de lijn en opnieuw beginnen.
Als het kind bij de muur getikt wordt, mag degene die hem/haar aantikte de nieuwe tikker bij de muur zijn.

Vos kom uit je hol/wolfje, wolfje, ben je thuis? - basis tikspel
Een kind staat met het gezicht naar de muur. De andere kinderen sluipen erop af. Ze roepen "Vos kom uit je hol!". Wanneer de vos uit z'n hol komt, probeert hij zoveel mogelijk kinderen te tikken. De kinderen moet zo snel mogelijk naar een afgesproken plek rennen.

Vossen en kippen - overloopspel, tikspel
Aan de ene kant staat één kind, de vos. Aan de andere kant staan de andere kinderen, de kippen.
De vos vertelt wat hij wil eten. De kippen rennen naar de overkant, maar... als de vos iets met het woord kip zegt, dan probeert de vos de kippen te tikken.
De kippen zijn vrij als ze terug achtet de lijn zijn, of als ze de overkant gehaald hebben.
Variatie: een verteller vertelt wat de vos te eten krijgt. Is dit iets met kip, dán gaat de vos tikken.

Annemaria koekoek - wedstrijdspel
Eén kind staat met het gezicht naar de muur. De andere kinderen staan er een eind vandaan en sluipen dichterbij terwijl het kind roept: Annemaria koekoek! Dan draait het kind zich om. Alle kinderen die nog bewegen/lopen moeten terug naar achter. Wie het eerst bij de muur is wint.

Hinkelbaan
Maak met de kinderen een hinkelbaan van stoepkrijt of hoepels. De kinderen springen op hun eigen manier over de hinkelbaan, maar ze moeten wel in elk vak komen.
Variatie: leg iets op een vak, op dit vak mogen de kinderen niet komen. Of ze moeten dit juist proberen op te rapen, terwijl ze op één been staan.

Zandbal - balspel
Graaf enkele emmers in in de zandbak.
Gooi met een kleine bal (tennisbal) vanaf de zandbakrand. Probeer de bal in de emmer te mikken. Als alle ballen gegooid zijn, worden de ballen opgehaald en kunnen de kinderen opnieuw beginnen met mikken.

Fopbal - wedstrijdspel / balspel
Een aantal kinderen staan op een rij. Eén kind staat voor de rij met de bal. De kinderen hebben de handen op de rug. De bal wordt echt aangegooid of degene met de bal doet alsof hij/zij gooit. Komen de handen dan tevoorschijn? Dan is dat kind af en gaat op de grond zitten of doet een stap naar achter.

Jeu de boules - balspel
Er wordt een klein balletje weggegooid. Alle kinderen hebben een iets grotere bal, bijv. een tennisbal. Ieder mag één keer gooien. Van wie komt de bal het dichtst bij de kleine bal?

Lummelen - balspel
Ga in een vierkant staan (eventueel op lijnen die op de speelplaats staan). Eén of meerdere kinderen, afhankelijk van het aantal deelnemers, staan in het midden. De kinderen in het vierkant gooien over en de lummels proberen de bal er tussenuit te pakken. Lukt dit dan wordt er gewisseld en is het kind wat de bal verloor de lummel.

Tikkertje met de geheime verlosser - tikspel
Eén kind is de tikker. Dit kind gaat even weg. Er wordt een geheime verlosser afgesproken. De tikker komt kinderen tikken. De getikte kinderen gaan met de benen wijd staan of krom staan. Kinderen die langs komen kruipen er onderdoor/springen er overheen. Wanneer de geheime verlosser dit doet is het kind weer vrij. De tikker moet raden wie de geheime verlosser is!

ABC-spel - overloopspel
Alle kinderen staan aan één kant van het veld. In het midden staat een tikker. De tikker noemt een categorie (denk aan pim pam pet), bijv. een winkel, een bloem, een meisjesnaam, een dorp, een land...
Dan noemt de tikker in zijn hoofd de letters van het alfabet op. De kinderen roepen stop. De tikker noemt de letter.
Als een kind iets met deze letter weet, bijv. een bloem met een k - krokus, mag hij/zij naar de overkant van het veld lopen, zonder getikt te worden. Kinderen die niks weten te bedenken moeten rennen en de tikker mag hen tikken. Wie getikt is moet in het midden staan. Namen mogen geen twee keer in één ronde genoemd worden. 

ABC-spel - bal- en tikspel
De kinderen staan in een cirkel en gooien een bal over. Elke keer als de bal naar iemand gegooid wordt, wordt er een letter van het alfabet genoemd, op volgorde. Dus: a, gooien, b, gooien, c, gooien d enz. Als de bal valt, moet het kind waarbij dat gebeurt met de letter die op dat moment aan de beurt is iets gaan zoeken op de speelplaats. Bijv. de bal valt bij de f, het kind rent naar het fietenrek, tikt een fiets aan en roept FIETS! Het spel gaat verder. Als de bal valt, mag het kind dat de bal gooide na 10 seconden het kind dat iets moet bedenken met een letter gaan tikken. Weet het kind dus niks te bedenken of denkt het te lang na, dan kan het getikt worden. Als je getikt bent krijg je de E van Ezel, de tweede keer de Z en zo verder. Wie EZEL heeft is af.

Drie is teveel - tikspel
Alle kinderen staan in tweetallen naast elkaar, verspreid over de speelplaats of in de gymzaal.
Er is één tikker en één loper. Als de tikker de loper getikt heeft, dan draaien de rollen om.
De loper mag zich altijd aansluiten bij een groepje van twee. Het derde kind (degene waar de loper niet naast staat, dus het kind aan de andere kant), wordt dan de loper.

Lekkerland / Viesland - tikspel, overloopspel
De kinderen staan achter een lijn. Er staat een tikker in het midden. Hij of zij noemt iets lekkers of vies' op. Aan de ene kant is achter een lijn "Lekkerland", aan de andere kant is "Viesland". De kinderen lopen naar de overkant of blijven staan.
Bijv. als de kinderen bij Viesland staan en de tikker roept "friet", zullen veel kinderen oversteken naar Lekkerland. De tikker probeert de overstekende kinderen te tikken.
Kinderen die getikt zijn, mogen mee gaan helpen met tikken.

Staarttikkertje - tikspel met wisselende "tikkers"
Nodig: enkele linten
Alle kinderen hebben een staart achter in de broek, op de tikkers na. Deze proberen de staarten af te pakken. Lukt dit? Dan mag de tikker de staart hebben en wordt het kind zonder staart de tikker.

Voetbal - balspel / teamspel
Geef de kinderen een zachte bal en maak van kleine pionnen een veld. Maak duidelijke afspraken en stel enkele regels vast. Geef één team lintjes aan en voetballen maar!

Moeder hoe laat is het? - basis tikspel
Moeder loopt voorop. De kinderen lopen er in een lange sliert achteraan en roepen telkens: "Moeder hoe laat is het?" Moeder noemt een tijd. Wanneer moeder zegt: bedtijd... rennen de kinderen weg en probeert moeder zoveel mogelijk kinderen te tikken. Op een bepaalde plek zijn de kinderen weer vrij en begint het spel opnieuw.

Boompje verwisselen - tikspel met vrije plaatsen
Nodig: stoepkrijt
Teken met stoepkrijt een aantal cirkels op de speelplaats. Alle kinderen hebben een cirkel, behalve de tikker. Je mag getikt worden wanneer je niet in een cirkel staat. Word je getikt, dan word jij de tikker. De kinderen kunnen bijv. naar elkaar wijzen en dan van cirkel wisselen of ze rennen gewoon naar een cirkel die vrij is.
Variaties: - Iets minder cirkels dan kinderen
- Wanneer er een ander kind bij jou in de cirkel komt, moet je eruit.
- Meerdere tikkers

Krokodillentikkertje - tikspel
Er is één tikker, de krokodil. Hij houdt zijn handen recht naar voren als een krokodillenbek. Op deze manier probeert hij andere kinderen te tikken. Wie getikt is, wordt ook tikker. Zo komen er steeds meer krokodillen!

Ongelukstikkertje - tikspel
Een tikspel waarbij de tikker één hand op de plek moet leggen waar hij getikt is. Met de andere hand moet hij tikken. Dus wordt je getikt op je been, dan houd je één hand op je been en de andere hand is vrij om te tikken.

Olifantentikkertje - tikspel
Er is één tikker, de olifant. Hij houdt met de linkerhand zijn neus vast en steekt zijn rechterarm door de opening. Op deze manier probeert hij andere kinderen te tikken.
Als een kind getikt is, wordt hij ook olifant en helpt mee met tikken.

Tv tikkertje - tikspel met vrije plaatsen
Er is één tikker. Wanneer de tikker bij je in de buurt komt, noem je een tv-programma. Je gaat dan met de armen over elkaar staan. Iemand kan jou bevrijden door bijv. onder je door te kruipen, een rondje om je heen te rennen of over je te springen (bokspringen). Kies één van deze regels om iemand vrij te maken.
Wanneer je getikt word, word je de tikker.
Variaties: - meerdere tikkers
- wanneer je getikt word, ga je langs de kant zitten
- een ander onderwerp dan tv-programma's, bijv. iets dat hoort bij de winter, iets dat hoort bij Sinterklaas, een woord met een k enz.

Tik maar mee - tikspel
Er is één kind tikker. Elk kind dat getikt wordt, gaat meehelpen met tikken.

Vlindervangertje - tikspel
Twee kinderen vormen een schepnet door elkaar aan beide armen vast te houden. Dit zijn de tikkers. De andere kinderen, de vlinders, moeten proberen niet in het schepnet te komen. Worden zij toch gevangen, dan gaan ze aan de kant staan, tot er een tweede kind gevangen is. Deze twee kinderen vormen dan samen een nieuw netje.

Volg de voorman - imitatiespel
Eén kind loopt voorop in de rij en loopt op een bepaalde manier. De andere kinderen doen hem na. Daarna mag een ander kind voorop dat iets voordoet en doen de anderen hem weer na enz.

School, bakker, huis - renspel
Teken drie lijnen op het schoolplein of zoek bestaande markeringen. Eén lijn is school, één bakker en één huis. De kinderen staan allemaal op "huis". Eén kind is de "leider" en roept "bakker", alle kinderen rennen naar bakker, dan roept dat kind school, alle kinderen rennen er naartoe, dan huis enz. Het gaat steeds sneller. De volgorde maakt niks uit.

Ratten en raven - tikspel met wisselende rollen
De kinderen staan 2 aan 2 op een lijn. Eén kind van het tweetal is rat, de ander raaf. Eén kind vertelt een verzonnen verhaal. Wanneer hij het woord rat zegt, vangen de raven de ratten (de ratten moeten wegrennen naar een andere lijn op de speelplaats). Wanneer de verteller raaf zegt, rennen de raven weg en vangen de ratten de raven.
Dit spel kan ook met de getallen t/m 10 gespeeld worden. De ene groep rent als in het verhaal 1 t/m 5 voorkomt, de andere groep rent bij 6 t/m 10.

De bal, de bal is voor... - balspel
Eén kind gooit de bal omhoog en zegt "de bal, de bal is voor.... (naam kind). Dat kind pakt de bal zo snel mogelijk en roept stop. Ondertussen rennen de andere kinderen zo snel mogelijk weg tot stop geroepen wordt. Het kind met de bal probeert de bal onder de benen van iemand door te gooien (het kind mag eerst 3 stappen zetten).

Wie heeft de bal het eerst? - renspel
Een kind heeft de bal, naast hem staat aan beide kanten een kind. Het kind gooit de bal weg en de 2 kinderen rennen er opaf. Wie heeft de bal het eerst? Dit kind heeft een punt.

Tegels tellen - rekenspel
De kinderen staan op een tegel op de speelplaats. Eén kind geeft opdrachten: 2 tegels naar voren, 5 tegels naar rechts, 12 tegels terug enz.

Jeu de boules
Ga achter een lijn staan. Gooi een voorwerp, bijvoorbeeld een blokje een stuk voor je op de speelplaats. Probeer met een bal of pittenzakje zo dicht mogelijk bij dit blokje te komen. Wie ligt er het dichtst bij?

Cijfer tikkertje
Schrijf de cijfers 0 t/m 9 op de stoep, kris kras door elkaar en ver uit elkaar.
Schrijf nu de namen van alle spelers op de tegels en schrijf achter elke naam een aantal (bijv. 5) cijfers.
De spelers pakken nu allemaal een krijtje. Iemand roept "start" en de spelers gaan zo snel als ze kunnen alle cijfers die bij hun naam staan aantikken. Telkens als er een cijfer is aangetikt, ren je terug naar je naam en streep je dat cijfer door. Dan ren je naar het volgende cijfer. De cijfers op volgorde aantikken!

Jager en prooi - tikspel in de kring
Maak een grote kring en wijs een jager aan. De jager gaat in het midden staan. Alle spelers bedenken een dierennaam en noemen deze hardop. De jager probeert te onthouden bij welk kind welk dier hoort.
Het spel begint. De jager roept welk dier hij wil vangen en rent er naartoe. De speler met de naam van dat dier, roept nu snel de naam van een ander dier, voordat hij getikt wordt. Nu rent de jager naar dat dier, die roept snel weer een andere naam.
Zo proberen de dieren de jager moe te maken en de jager probeert een dier te tikken. Lukt dit, dan is er een nieuwe jager.
Variatie: landen, plaatsnamen, tv programma's, namen van kinderen

Kat en muis in de kring - tikspel met hindernis
De kinderen staan in een kring met de handen vast. Eén kind is poes en één kind is muis. De poes staat in de kring, de muis loopt om de kring.
Wanneer de leerkracht (of een kind) het zegt, doen de kinderen in de kring de armen omhoog en maken zo poortjes. De poes kan de muis nu gaan vangen. Ze mogen door de poortjes rennen en dus in en om de kring rennen. Wanneer de leerkracht het zegt gaan de armen omlaag. Nu mag de muis wel onder de kleine poortjes door, maar de poes niet! Voor de muis ontstaat er zo een plaats waar hij niet getikt kan worden.
Variatie: meerdere poezen en muizen.

Muisje kom maar uit je hol - basis tikspel
Teken met stoepkrijt een grote cirkel (= muizenhol) met één opening op de speelplaats. De muizen staan in het hol. De poes (één kind) ligt in de opening te slapen. Nu kunnen de muizen zachtjes naar buiten sluipen om te gaan spelen. Als alle muizen buiten zijn wordt de poes wakker en probeert de muizen te vangen. De muizen moeten zo snel mogelijk door de opening terug het hol in. Hoeveel muizen heeft de poes kunnen tikken?

De kikker in de vijver - tikspel met bijzonder karakter
Teken met krijt een grote cirkel op de speelplaats (de vijver). Midden in deze cirkel teken je een kleine cirkel (een lelieblad). Eén kind is kikker en zit op de hurken op het lelieblad.
De kinderen zeggen: dag kikker. De kikker zegt: als je zin hebt, mag je bij mij in de vijver..... (hinkelen, springen, kruipen, op handen en voeten lopen).
De kinderen gaan de vijver in en doen wat de kikker zei. Als de kikker KWAK zegt, dan moeten de kinderen de vijver zo snel mogelijk verlaten en probeert de kikker kinderen te tikken.

Berenspel - overloopspel
Teken 2 grote cirkels op de speelplaats. Dit zijn de berenkooien. De cirkels moeten aan beide kanten vlak bij een muur o.i.d. zijn en tussen de twee cirkels moet ongeveer 2 meter zitten.
In beide kooien staat een beer (kind), een bruine beer en een ijsbeer. De andere kinderen moeten nu van de ene kant naar de andere kant rennen (niet door de kooien!) en de beren proberen ze te tikken. Getikt = in de kooi op de grond zitten óf je wordt ook beer en tikt dus mee.

De aap en de kokosnoot - tikspel met bijzonder karakter
De kinderen staan in de kring en hebben de handen vast. Miden in de kring ligt de cocosnoot (= bal of pittenzakje). Eén kind is de aap en loopt buiten de kring. Zonder dat de aap het ziet wordt een kind in de kring aangewezen als de boswachter.
De aap baant zich nu een weg door het "bos". Hij hakt twee handen van elkaar in de kring. De aap moet nu proberen de cocosnoot te pakken en de kring weer via de opening verlaten. Wanneer de aap de cocosnoot in zijn handen heeft mag de boswachter de aap proberen te tikken. Als de aap buiten de kring is, is hij veilig.

Slierttikkertje - tikspel
Eén kind is tikker. Wanneer hij iemand getikt heeft pakken deze kinderen elkaars hand en zijn samen tikker. Wanneer er weer iemand getikt wordt sluit deze zich aan bij de sliert. Wordt er een vierde persoon getikt, dan gaan de tikkers verder in tweetallen.
Variatie: slierten van drie kinderen, vier of zelfs alle kinderen die getikt worden aan één sliert.

nieuw prentenboek van rachel bright voor kleuters

boek voor kleuters over nederland

lente boek met voorleesverhalen voor kleuters

Volop ideeën en inspiratie bij de mooiste prentenboeken voor kleuters van Juf Anke

Door op deze boeken te klikken word je doorverwezen naar Bol.com. #affiliate