lesidee, groep-3, groep-4, groep-5, juf-anke


juf-anke, lesidee

leren-lezen, groep 3, juf-anke


Veilig leren lezen | Lesideeën ter aanvulling op de kernen

In groep 3 leren de kinderen veel letters en woorden, spannend! Hier vind je wat leuke ideetjes ter aanvulling op VLL. 

Tip! Ideeën bij de thema's die centraal staan in de kernen zijn ook te vinden op mijn site voor de kleutergroep. Wie weet vindt u hier ook nog leuke ideeën. 

Materiaal voor het leren lezen

- Digibord: Neem een abonnement op de leerkrachtassistent van VLL voor allerlei leuke extra's. De leerkrachtassistent bevat onder andere een flitsprogramma, een digitale letterdoos, de mogelijkheid om het werkboekje van VLL digitaal weer te geven en in te vullen, de zoekplaat levensgroot op het digibord etc. De leerkrachtassistent werkt via internet. Een aanrader!
- Website Leesdas: De website van het tv programma Leesdas bevat leuke lees- en letterspelletjes. Leuk om kinderen individueel aan de computer te laten doen, maar ook geschikt om met de hele klas te spelen via het digibord. Zie www.leesdas.nl  
- Speelleesset: Creeër in het lokaal een hoek waar de speelleesset staat van de kern die op dat moment aan de orde is. Zorg voor tafels om aan te werken en een registratielijst. De kinderen kunnen zelfstandig aan de speelleesset werken. Wanneer een opdacht af is, controleert de leerkracht en tekent de opdacht af. Op deze manier kan de speelleesset goed gebruikt worden bij hoekenwerk.
Of: de kinderen werken aan de speelleesset tijdens speeltijd of wanneer ze klaar zijn met een opdracht. De kinderen werken aan de eigen tafel en hebben een registratieformulier in hun eigen map. De leerkracht tekent af.
- Leeskaarten: De leeskaarten zijn te vinden in de oudere versies van VLL (in een grijze ordner). Kopieer per kern de leeskaarten (A4tjes met wisselrijtjes, verhaaltjes, en hakken/plakken). Leg deze op tafel wanneer de kinderen binnen komen. Ze kunnen dan met de ouders alvast wat lezen of laat de kinderen lezen wanneer ze klaar zijn met het werk.
Hiervoor kun je ook andere leesbladen gebruiken (bijv. uit Speciale Leesbegeleiding van Luc Koning of ringboekjes van VLL).
- Boeken: Maak een boekenplank met eenvoudige blokboekjes en AVI-boeken in de klas. Wanneer de kinderen klaar zijn met het werk of speeltijd hebben, kunnen ze in de leeshoek een boek lezen of pakken ze een leesboek uit de la waar ze op hun plaats aan lezen. Maak eventueel een aftekenformulier waar de kinderen op aan kunnen geven welke boeken ze gelezen hebben.
- Flitsen: Flits regelmatig de aangeleerde letters en woorden. Maak flitskaarten met nieuwe woorden van letters die de kinderen kennen. Wissel af in het flitsen: allemaal tegelijk, jongens, meisjes, kinderen die broertjes hebben, kinderen die van ijs houden, kinderen die....., alleen, een rij etc.
- Letterhoek: Leg de aangeboden letters in een hoek en laat de kinderen hier materiaal bij verzamelen. De kinderen kunnen dingen van thuis meebrengen. Iedere week moet dit hoekje wel opgeschoond worden.
- Klikklak boekje: Geef woorden op die de kinderen moeten zoeken of laat de kinderen zelf woorden zoeken. Geef bijv. de opdracht zoek 10 woorden en laat de kinderen de woorden onder elkaar op een vel papier schrijven.
- Stempelen: Werken in VLL stempelboekjes of zelf woorden na stempelen en woorden bij plaatjes (uit tijdschriften) stempelen.
- Spelletjes: Er zijn verschillende leuke spelletjes die aansluiten bij VLL. Enkele hiervan zijn het maan-roos-vis woordjeskwartet, maan-roos-vis dubbelwoordspel, maan-roos-vis rijmdomino en het maan-roos-vis letterkwartet. Erg leuk om in de klas te hebben, zodat de kinderen er in groepjes gezellig mee kunnen spelen.
Deze spelletjes zijn natuurlijk ook zeer geschikt voor thuis. Een tip voor ouders!

Lesideeën per kern

Kern 1 - ik, maan, roos, vis, sok, aan, pen, en

Letterdobbelsteenspel
Beplak een wat grotere dobbelsteen met de tot nu toe aangeleerde letters. Zoek een voorwerp bij de letter die je gooit, bijv. de v... een vork. Of verzamel plaatjes van voorwerpen of de aangeleerde woorden sok, pen enz. Gooi met de dobbelsteen een letter. Het plaatje dat hierbij hoort is voor jou. Gooi je een letter waar geen plaatje meer van is, dan heb je pech. Wie verzamelt de meeste plaatjes?

Alle vogels vliegen
Noem allerlei woorden. Wanneer een woord met de m begint gaan de kinderen staan en wapperen met de armen.

Namenspel
Geef opdrachten met letters: alle kinderen met de s in de naam gaan staan, alle kinderen met de l in de naam zwaaien met de armen, alle kinderen met de k lopen een rondje om hun tafel enz.

Knutselopdrachten
ik - tekening van jezelf maken voor de verjaardagskalender.
maan - met geel en wit potlood/wasco een tekening maken op zwart papier. Alles is in de maneschijn.
roos - een grote vaas in de klas zetten met het woordje roos erop. De kinderen maken rozen van een satéprikker met daarbovenop rood "vloeipapier" --> een vierkant velletje vloeipapier op je vuist leggen. In het midden met je vinger erop duwen. Het papier gaat aan alle kanten omhoog. Onder een beetje draaien en je hebt een mooie roos.
vis - naar aanleiding van het boek "De mooiste vis van de zee" een zeetekening maken. De kinderen tekenen met wasco vissen en zeeplanten (de onderwaterwereld) op een blad, daarna met blauwe ecoline er overheen.
Of een kleurplaat van de mooiste vis uitvergroten op A3. Uitknippen. De schubben opvullen met gescheurden stukjes papier. Alles op een blauwe achtergrond plakken en deze versieren met nog meer visjes, waterplanten etc.

Sokkenspel
Verzamel allerlei voorwerpen in een sok. Deze voorwerpen worden er één voor één uitgehaald. Laat een kind eerst in de sok voelen en een voorwerp omschrijven en laat de klas eventueel raden.
Stel vragen over de voorwerpen die uit de sok komen: met welke letter begint het? Hoeveel woordstukjes heeft het woord? Hoeveel letters heeft het woord? Wat is de laatste letter?
Als alle voorwerpen uit de sok zijn speel je het spel "Wat is weg". Alle kinderen doen de ogen dicht. Eén voorwerp verdwijnt weer in de sok. Wat is weg?....en zo verder.

Pen
De kinderen mogen een dagje met een pen schrijven!

Kern 2 - teen, een, neus, buik, oog

Thema Mijn lichaam

Ziekenhuishoek
Maak een ziekenhuis of dokterskamer in de klas met daarin allerlei materialen: bed, spuit, medicijnen, dokterskoffer, verband, beterschapskaarten, recepten enz.



Liedje "Hoofd, schouders, knie en teen"
Oog, neus, buik en teen, buik en teen,
oog, neus, buik en teen, buik en teen,
teen en buik en puntje van je neus,
oog, neus, buik en teen, buik en teen.

Knutselopdracht
Jezelf knutselen met papier. Na afloop alle geleerde woorden van kern 2 erbij schrijven.

Wat ruik ik?
Laat de kinderen vanalles ruiken en praat met hen over wat ze ruiken: hoe ruikt het? Wat kan je allemaal met je neus? Waarvoor is een neus?

Blindemannetje
Spelletje behorend bij het woord oog. Eén kind mag niet kijken. De leerkracht wijst kinderen aan die er stil achter gaan zitten. Hoeveel kinderen zitten er achter je? Dit kan ook met pittenzakjes neerleggen.

Kern 3 - doos, poes, koek, ijs, zeep

Thema Boodschappen doen

Winkelhoek
Maak een winkel in de klas met allerlei producten mét prijs, geld, een weegschaal, een boodschappenlijstje, kassabon, kassa (zodat de kinderen ook met rekenen bezig zijn). Hang de woorden van kern 3 op in de winkel, bijv. op een reclameposter voor koek. 



Pim, pam, pet
Plak de letters die tot nu toe aangeboden zijn op de draaischijf van een pim, pam, petspel. Verzin enkele niet te moeilijke categorieën (bij deze kern is "eten" een leuke categorie). Draaien maar!
Dit spel kan met de hele klas gespeeld worden. Verdeel de klas in vier groepjes en wie de meeste punten behaalt wint, of speel het spel met een klein groepje kinderen.
Variatie: pim pam pet picto. Hierbij zitten kaarten waar allerlei dingen op te zien zijn. Het kind moet op de kaart iets zoeken wat met de juiste letter begint.

Kern 4 - huis, weg, bos, tak, hut

Thema wonen
Letterbingo
Maak kaartjes met letters die tot nu toe aangeleerd zijn. De kinderen krijgen fiches of een stift om de letters te markeren. Wie het eerst de kaart vol heeft wint!

Speurtocht
Hang in om rondom de school op verschillende plaatsen letters op. De kinderen gaan in groepjes op zoek naar deze letters en moeten bij elke letter een korte opdracht uitvoeren, bijv. rijmwoorden bedenken, een letterslang maken enz. Laat ouders de groepjes begeleiden.

Sinterklaas
Kern 4 hangt samen met de tijd dat Sinterklaas in ons land aankomt. Een spannende tijd voor de kinderen!
Maak de kamer van Sinterklaas in de klas. Laat de kinderen woordkaartjes maken voor de stoel, tafel, bed, mijter enz. In de sinterklaashoek kunnen de kinderen stempelen, werkbladen maken, brieven schrijven of typen aan de kinderen en verlanglijstjes inleveren.

Kern 5 - reus, jas, riem, bijl, hout, vuur

Thema Sprookjes
Het grote sprookjesboek
Een erg leuk boek van Marianne Busser en Ron Schröder met verschillende sprookjes, verteld op een hedendaagse wijze.

Lange woorden
De kinderen kennen nu al heel wat letters. Bedenk enkele lange woorden, zoals sinterklaas en kerstfeest. Knip de letters van deze woorden los en laat de kinderen er zoveel mogelijk nieuwe woorden mee vormen.

Scrabble
Leg het spelletjes scrable in de klas. Hier kunnen de kinderen nu al aardig wat woordjes mee leggen. Bij junior scrable staan de woorden voorgedrukt.

Kern 6 - uil, geit, pauw, duif, ei

Thema dieren
Na kern 6 is het tijd voor een letterdiploma! Bedenk rondom dit diploma een leuke activiteit zoals een speurtocht door of rondom de school. Hierbij gaan de kinderen op zoek naar letters. Eventueel doen de kinderen bij elke letter een korte opdracht die begint met deze letter of waarbij letters aan bod komen.

Pauw, groepswerk
Elk kind tegen een pauwenveer op een wit vel tekenpapier. De veer kan getekend worden met wasco, stift of kleurpotlood. Laat een echte pauwenveer zien als voorbeeld.
Elk kind knipt zijn veer uit. Maak zelf een grote pauw zonder veren van blauw papier. Plak hier alle veren van de kinderen op of maak ze vast met een splitpen.
Hang de pauw op het prikbord of plak hem op een groot vel papier. Schrijf er de woorden pauw en ei bij. Dit idee komt van de leuke website www.tekenenzo.blogspot.com



Kern 7 t/m 12

Letterbingo
Maak letterbingo kaartjes voor alle kinderen. Neem hiervoor een half A4 waar je 16 klanken, dus ook de aa, eu, ui, ij enz. op schrijft (regels van 4 naast elkaar en 4 onder elkaar). Zorg ervoor dat de kaartjes verschillen.
Alle kinderen krijgen een bingokaart en wat fiches (zo kun je de kaarten vaak hergebruiken). Noem een klank. De kinderen kijken of deze op hun kaart zit en leggen er een fiche op. Wanneer een kind een rij van boven naar beneden of van links naar rechts vol heeft, roept het kind bingo!
Dit kind verdient bijv. een sticker.

Maak het spel leerzamer en leuker door i.p.v. klanken opdrachten te geven: de eerste letter van boom, de middelste letter van soep, de letter die in rook zit, maar ook in raam enz.

Verhaaltjes schrijven
Nu de kinderen alle letters kennen, kunnen ze verhaaltjes gaan schrijven. Geef de kinderen een blad met plaatjes (de plaatjes onder elkaar, schrijfregels ernaast) die een verhaal voorstellen. Bespreek met de kinderen wat er te zien is en schrijf enkele kernwoorden op het bord.
Nu mogen de kinderen zelf een verhaaltje bij de plaatjes maken. Laat de kinderen bij elk plaatje in ieder geval één zin schrijven. Maak de kinderen duidelijk dat ze de woordjes mogen schrijven hoe ze zelf denken dat het moet. De juf kan alles lezen!
Bekijk de verhaaltjes. Besteed geen aandacht aan schrijffouten.

AVI-lezen
Enkele manieren om met de kinderen te lezen:
Tutorlezen: kinderen van groep 8 begeleiden een klein groepje kinderen bij het lezen.
Lezen met ouders: ouders begeleiden een klein groepje leerlingen bij het lezen.
Vrij lezen: de kinderen lezen bijv. iedere dag 10 minuten in een leesboekje. Dit kan gezamenlijk gedaan worden, zodat de kinderen de tijd niet zelf bij hoeven houden.
Kijk voor meer mogelijkheden bij het menu-item 'lezen in groep 4'.

Tips voor de b/d verwisseling

* Veilig Leren Lezen heeft plaatjes in de methode van de b en de d. Bij het plaatje van de b zit er in de b de afbeelding van een buik verwerkt. Deze plaatjes kun je op de tafel van het kind plakken of in het groot vooin de klas hangen. Je kunt natuurlijk ook zelf een tekening rondom de b en de d maken. De b vergroot je uit zodat je een buik ziet (met navel, handen op de buik), de d heeft een dik achterwerk.
* De b en de d visualiseren. Telkens als je de letter benoemt maak je er een gebaar bij. De b van buik (maak een halve ronde rondom je buik) en de d van duim (steek je duim omhoog).
* Gebarenalfabet. De letters ondersteunen met het gebarenalfabet voor letters.
* Ezelsbruggetje: maak van biede handen een vuist en steek beide duimen omhoog. De linkerhand is nu een b, de rechterhand een d. Laat de kinderen onthouden dat de rechterhand altijd de d is. Als de kinderen dat leren en weten, kunnen ze telkens als ze twijfelen naar hun duimen kijken.
Als een kind het verschil tussen rechts en links niet goed weet, benoem rechts dan bijvoorbeeld als de raamkant of de deurkant.
Spelletjes met de b en de d. Laat kaartjes zien van deze letters. Als de kinderen een b zien gaan ze staan, als ze een d zien gaan ze zitten. Wissel dit af door woorden te laten zien met een b of d vooraan.
* Werkbladen om de b en de d extra te oefenen.